
Radijs, vooral bekend in de ronde rode vorm maar soms ook wit of langwerpig, is een gewas dat al heel lang geteeld wordt. Waarschijnlijk zijn ze rond de 16de eeuw uit het Midden-Oosten of China naar Europa gekomen. De radijs is één van de vele koolsoorten, en je kan hem van december (dan wel binnen) tot september zaaien. Het hele jaar plezier!
Oogsten
Zoek de grote radijzen in de rij en trek die uit de grond. Hoe weet je of je een grote te pakken hebt? Bij de langwerpige, witte (ook wel ijspegel) genaamd is dat makkelijk te zien aan de radijsknol die een stukje boven de grond komt. Ook geldt: veel een groot blad betekent een grote radijs. Ook het blad van de radijs is heerlijk als salade, op een boterham met kaas of om te roerbakken.
Radijs in salade
Rauw zo vers mogelijk eten. Je kan het best het loof eraf snijden want dat onttrekt vocht aan de knolletjes. Als ze slap zijn geworden leg ze dan even in het water. Heerlijk als snack (eventueel met wat zout), maar ook goed in een salade met kappertjes, rozijnen, appel, bieslook, zuring, etc.
Radijs uit de oven (!)
De radijsjes even mixen met zout, olijfolie, (citroen)tijm en citroensap. Daarna in hun geheel in een ruime schaal in de oven (220 graden). Ze zijn heerlijk zo, maar combineren ook goed met een fris yoghurt sausje.
Variant 1: Gaar ook witte ui, knoflook en stukken (geschilde) witte asperges mee. Een beetje room erdoor en het is een fantastische en kleurvolle pasta saus (de radijsjes geven een beetje roze af aan de room en de asperges)!
Variant 2: Je kan ook stukjes aardappel meebakken
Variant 3: roer de laatste 10 minuten gekookte rode linzen erdoorheen (die worden dan heerlijk knapperig).
