De patisson is lid van de komkommerfamilie en dus verwant aan de courgette, komkommer en pompoen. Verschillende soorten uit die familie worden gekweekt om hun sierwaarde. Patisson is zo’n sier-soort, die daarnaast ook goed eetbaar is. De patisson heeft witte, gele of bleekgroene schotelvormige vruchten. In landen als Bulgarije komt ze regelmatig op tafel. Hier zou ze al geteeld zijn in de glorietijd van de kasteelhoeven. De plant wordt groot met veel blad. De vruchten zitten goed verborgen onder het blad. Net als haar familieleden heeft de patisson vrouwelijk en mannelijke bloemen die goed van elkaar te onderscheiden zijn als de bloem open is: de mannetjes hebben een pieletje, de vrouwtjes een kransje.
Hoe oogsten
Wij oogsten deze groente voor omdat de patissons, net als courgettes, elke dag geoogst moeten worden omdat ze anders te groot worden.
Hoe bereiden
Je kan de patisson met schil en al stoven of roerbakken.
In het kookboek van de Odin staat het volgende recept voor gevulde patisson:
Ingrediënten:
- 1 patisson,
- 1 ui, gesnipperd,
- 1 teen knoflook, geperst,
- een scheutje olie,
- champignons in stukjes gesneden,
- half kopje gekookte rijst, couscous of bulgur,
- 100 gram zachte geitenkaas,
- fijngehakte peterselie,
- peper en zout.
Snijd het kapje van de patisson en hol deze uit met een lepel of een mesje zodat er een potje met een deksel ontstaat. Bewaar het uitgeschepte vruchtvlees. Kook de uitgeholde patisson ongeveer 5 minuten in water met zout tot ze nog net niet gaar is, laat uitlekken. Bak ui, fijngesneden vruchtvlees met champignon even in de olie. Verwarm de oven voor op 200 graden. Meng de rijst met de gebakken groente, losgeroerde geitenkaas, peterselie, knoflook, peper en zout. Neem een ovenschaaltje, vul de patisson met het rijstgroentemengsel en leg het dekseltje erop. Zet de schotel 35 tot 45 minuten in het midden van de voorverwarmde oven. Serveer met rijst, couscous of bulgur en een salade.